Carnavalsprins
Toen Leni en Herbert in het huwelijk traden, verkaste het jonge stel naar Vaals waar ze een woning kochten en gelukkig waren. Vooral in de periode dat ze er samen op uit trokken, bijvoorbeeld toen Herbert prins was bij de Raenpiete. Met 6 x 11 jaar is dat een van de oudste carnavalsverenigingen in Vaals.
“Ik ben na 35 jaar nóg lid”, zegt hij in onvervalst ‘Öcher plat’. “Leni is altijd mee op stap geweest naar revues, zittingen, bonte avonden en optochten. We hebben veel plezier gehad en echt genoten.” Daarnaast was hij tot zijn zestigste een enthousiast handballer, die ruim veertig jaar speelde in de Aachener Polizei Sportverein. Tegenwoordig vult hij zijn dagen met dagelijkse bezoekjes aan Leni, hij puzzelt graag én veel, werkt af en toe in die volgens hem veel te grote tuin of doet het huishouden. En hij is geregeld op pad om voor zijn vrouw nieuwe kleren en schoenen, verzorgingsspullen of fruit en snoepgroenten te kopen.
Intieme picknick
Voor Leni, die nadat ze corona kreeg in een rolstoel belandde, neemt hij geregeld iets lekkers mee. “Ze is dol op mijn zelf gebakken cake en aardbeientaart. Daar eten we van op haar kamer bij een kop thee of koffie, we maken er een intieme en ‘jemuutlieje’ (gezellige) picknick van.
Ik ben daarmee gestart in die vreselijke periode van coronapandemie met lockdowns. In de huiskamer praten en lachen we, genieten we van de concerten van André Rieu. Hoewel Leni mij niet meer herkent, zie ik dat ze dan geniet. Dat doet goed, want ik vind het nog altijd moeilijk dat ze niet meer thuis is. Ik heb het in het begin bijzonder zwaar gehad en voelde me schuldig dat ik haar achterliet.
Als ze mee wilde zei ik meestal dat ik naar het ziekenhuis moest. Dan kon ze wel eens boos worden en zei ze tegen me dat ik moest wegwezen.”
Schüttelfrost
Dat Leni in Molenpark kwam wonen had zoals bij vele ouderen met dementie een voorgeschiedenis. “Ze begon meer en meer zaken te vergeten, werd onrustiger en verloor de controle over haar eigen gedrag. Steeds vaker gingen er zaken in huis mis”, herinnert Herbert zich. “Ik moest alle zeilen bijzetten en haar met van alles helpen.
Op Moederdag drie jaar geleden ging het fout, vooral met mij. Ik kreeg ‘Schüttelfrost’, een hevige koorts waarbij alle opgekropte spanning van de laatste jaren er uitkwam. Ik belandde ermee in het ziekenhuis, mijn zoon zorgde dat Leni naar hier kon verhuizen. Een moeilijke beslissing, achteraf gezien echter de beste voor haar én mij. Ik ben blij dat ze hier mag wonen, de verzorgenden zijn in één woord fantastisch. Ze kennen Leni allemaal en proberen het haar zoveel mogelijk naar de zin te maken. Een 10 is niet genoeg als ik die meisjes een punt zou moeten geven.”