Architect Stuyt
Na de tijd bij de familie Stuyt heeft Willie veel bij bedrijven en instellingen gewerkt. En op de Vroedvrouwenschool in Heerlen. Omdat ze avontuurlijk was ingesteld en van een geintje hield, was de boomgaard met fruit voor haar een verleidelijke plek.
“Ik klom het dak op en via de dakgoot de boom in om peren te plukken. Dat ging meestal goed, maar soms niet. Dan betrapten de nonnen me en moest ik een boete betalen van twee gulden en vijftig cent. Dat werd van mijn loon ingehouden.
En ik heb een keer stiekem in de kerk kussentjes verzameld. Terwijl de zusters zaten te bidden, riep ik plotseling keihard ‘Handen omhoog of ik schiet!’ en gooide die kussentjes op het altaar. De prevelende nonnen schrokken zich een ongeluk. Dat kon natuurlijk niet, ik moest me daarom melden bij moeder overste. Ik kreeg van haar een reprimande, maar zag aan haar gezicht dat ze zich moest inhouden om niet in lachen uit te barsten.”
Duikopleiding
Willie had twee liefhebberijen waarin ze haar zucht naar spanning en avontuur goed kwijt kon. De duiksport en lotusslachtoffer spelen. “Ik kon vrij aardig zwemmen, al zeg ik het zelf. In het toenmalige Sportfondsenbad aan de Valkenburgerweg werden naast het geven van zwemlessen ook duikers opgeleid. Nou, dat vond ik wel interessant, dat wilde ik wel. Ik heb me direct aangemeld en een cursus gevolgd.
Het zwembad was vooral om te leren hoe je moest duiken. Met de vereniging gingen we naar België om echt te duiken en af te dalen in een schacht of een diepe plas. Aardedonker was het er, je zag geen hand voor ogen. Duiken is echter een dure sport, vooral door de spullen die je nodig hebt. Dat kon ik nauwelijks betalen en daarom ben ik na een tijdje gestopt.”
Lotusslachtoffer
Haar tweede hobby, lotusslachtoffer, heeft ze een jaar of zes uitgeoefend. “Toen wist ik wat het inhield en was ik er klaar mee”, wuift ze mijn vraag weg waarom ze ermee stopte. “Bovendien moest ik met de bus of per trein naar de plaatsen waar ik werd ingezet, dat was me op zeker moment te veel. Als ik na een dag grimeren en spelen bij een rampenoefening doodmoe naar huis ging, was ik helemaal op. Ik kon het niet opbrengen om dat langer te blijven doen.”
Samen bekijken we de foto’s die ze voor ons gesprek heeft meegenomen waarop ze te zien is in diverse rollen. Lotusslachtoffers zijn gediplomeerde specialisten die zijn opgeleid om met behulp van acteren en grimeren levensechte verwondingen of ziektes uit te beelden. Denk hierbij niet alleen aan bloedingen en botbreuken, maar ook aan hartinfarcten, paniekaanvallen of een shocktoestand.
“Mijn specialisme was het uitbeelden van een slachtoffer met een verbrijzeld been”, herinnert Willie zich als was het gisteren. “Ik heb jarenlang slachtoffer gespeeld bij examens van EHBO-verenigingen en hun wedstrijden. Of tijdens oefeningen bij bedrijven, het ziekenhuis, de ambulance of de brandweer. Overal waar ze me nodig hadden. Ik heb zelfs bij Schunck een inzet gedaan toen daar een slagerij was. Het sjiekste vond ik echter de rampenoefeningen van de BB, de vroegere Bescherming Bevolking. Zowel in Margraten waar zij hun opleidingscentrum hadden als in de Eifel waar elk jaar een grote calamiteit werd nagebootst met instortingen en branden. Daar waren we met allerlei soorten verwondingen in de weer om BB-ers te trainen en op te leiden.”
Levensechte verwondingen
Voor haar grimewerk maakt Willie gebruik van kunstbloed, slangetjes, knijpballonnetjes, nepbotten, kleefpasta’s, pleisters, verband, kortom alles waarmee ze een verwonding levensecht uit kon beelden.
“Als ik ging wandelen, verzamelde ik meestal de kleine steentjes die op straat of in de goot liggen. Die spoelde ik thuis uit en stopte ik in een doosje. Ik gebruikte ze wanneer ik schaafwonden moest maken. Ik heb in die tijd heel wat collega’s gekend die de meest vreselijke wonden konden maken, tot en met slagaderlijke bloedingen toe. Dan moest je de gezichten van die EHBO’ers soms zien. Dat was wel vaker lachen na afloop.”
Willie de Bie woont nu een jaar in Oranjehof. Ze heeft het er prima naar haar zin en maakt met haar rollator graag een ommetje in de omgeving. Verder doet ze geregeld mee aan activiteiten en kijkt ze vaker tv. “Kookprogramma’s, daar kan ik echt van genieten. Vooral die met een strenge chef-kok of als het een wedstrijd is.
En verder is het tijd dat ik weer eens een geintje bedenk, het is me soms te rustig hier. Wat ik ook doe, het moet wél leuk blijven. Ik wil niet dat iemand de dupe is van mijn grapjes.” Terwijl ik afscheid neem zie ik nog net hoe ze de beide lege kopjes op haar rollator plaatst en die terugbrengt naar de koffiebar. Het moet wel leuk blijven, schoot na in mijn hoofd.