Henri Dunantstraat 3
6419PB Heerlen
0900 777 4 777
servicebureau@sevagram.nl
Sevagram
Je kunt je voorstellen dat we in angst geleefd hebben...
Een echte Vaalsenaar opgegroeid in een gezin met 7 kinderen waarvan hij de jongste was. Vader was bankwerker in de mijn, net zoals veel andere mannen in de regio in de mijn werkten.
“Als 11 jarige jongen hoorden mijn kameraden en ik dat de Amerikanen eraan kwamen vanuit Gemmenich. Wij zijn hen toen tegemoet gelopen. Niet wetende dat de Amerikanen op hevig verzet zou stuiten vanaf de Schneeberg ten noorden van Vaals. De Duitsers hadden daar enorme bunkers gebouwd die die deel uitmaakten van de Siegfriedlinie.
Uiteindelijk hebben de Amerikanen op de Vaalserberg bivak gebouwd en geschut opgezet. Omdat de Duitsers op de Schneeberg te sterk waren, zijn ze door de Amerikanen niet aangevallen. Wel werd regelmatig vanuit de Vaalserberg richting Schneeberg gevuurd, zodat de Duitsers nooit een rustmoment kenden.
De Amerikaanse soldaten sliepen in de buurt bij mensen thuis, in schuren, op zolders of er werden zelfs slaapkamers afgestaan. Iedereen maakte wel plek om enkele soldaten een goede slaapplek te geven. Mijn moeder verzorgde ook de was voor enkele soldaten. Als dank kregen wij dan eten, blikken met vlees.
Dat beleg heeft uiteindelijk vijf weken geduurd. Vaals lag in het dal en was van alle kanten afgeschermd en ingesloten. Hetzij door de Duitsers danwel door de Amerikanen.
Dat waren spannende tijden”, vertelt de heer Frijns alsof hij alles opnieuw beleeft. “Ik heb veel gezien en meegemaakt. In die vijf weken zaten we ’s nachts standaard in de schuilkelder. Want de geallieerden waren ook bezig om de stad Aken te bombarderen. Af en toe viel er een bom in Vaals.
Joep Francotte, een inwoner van Vaals en verzetsstrijder had op zijn huis een groot wit laken gespannen met een rood kruis, zodat de geallieerden vanuit het vliegtuig konden zien dat dit een bevriende gemeenschap was. En niet Aken…
Joep was velen malen ouder dan ik in die tijd. Hij maakte indruk. Op een gegeven moment liet Joep zijn pistool zien. Hij was nergens bang voor, een held. Joep is later in de oorlog, net voor de bevrijding, vermoord op de Cauberg in Valkenburg. Hij is 23 jaar geworden.”
“Iets verderop in de straat stond een telefooncentrale. De Duitsers hebben die centrale op een nacht opgeblazen. Verschrikkelijke knallen waren dat…”
“De Duitsers waren goed getrainde militairen. Daar was niet mee te sollen. Dat waren soldaten die bereid waren hun leven te geven voor het vaderland.
Eén van mijn vrienden liep achteloos richting de grens. Omdat hij volgens de Duitsers te dichtbij kwam, is z’n kop eraf geschoten. Dat beeld zal ik nooit vergeten… De Duitsers hadden ook bij de grens grote machinegeweren opgesteld.
De Amerikanen daarentegen waren vrienden. We kregen kauwgom en sigaretten. De Duitsers kwamen om te halen en de Amerikanen om te geven… Dat was wel een groot verschil. Af en toe gingen we ook ‘bietsen’”, lacht de heer Frijns.
“Die vijf weken niemandsland waren opeens voorbij. De Duitsers aan de Siegfriedlinie en op de Schneeberg waren ineens verdwenen. ‘sang und klanglos’ zoals we dat hier zeiden.
Vanaf dat moment kwamen de Amerikanen met hun materieel. We keken onze ogen uit. Bulldozers, die hadden we nog nooit gezien. Binnen enkele uren hadden die bulldozers zoveel zand en grond over de betonnen anti-tanktanden gegooid dat de Amerikanen er gewoon overheen konden rijden met hun tanks. Niet veel later is Aken ingenomen.”
“Net over de grens in Duitsland lag een chocoladefabriek. Niet dat er chocolade gemaakt werd… Wellicht voor de oorlog. Nu werd er jam gemaakt, alle soorten en smaken. Heel Vaals ging naar die fabriek om te plunderen. Met blikken van 10 kg jam liepen we weg.”
“We waren bevrijd maar nog niet helemaal..”, vertelt de heer Frijns enigszins treurig. “De grens werd bewaakt door Nederlanders van de Ordedienst, die zich geformeerd hadden tot de bewakingstroepen. Bij de grens bij Wolfhaag stond Jos Saive, die op een geven moment alleen (hetgeen eigenlijk niet mocht) het bos is ingegaan, om waarschijnlijk zijn vriendin te ontmoeten.
Onderweg is hij SS-ers tegengekomen die hem geliquideerd hebben. Die SS-ers maakten deel uit van de groep ‘Weerwolf’ en hadden de opdracht de door de Amerikanen aangewezen burgemeester van Aken te vermoorden. Dat is uiteindelijk ook gelukt. In het bos bij Vijlen staat ook een gedenkmonument. De plek waar Jos Saive is neergeschoten.”
“Nog een indrukwekkend verhaal…”, aldus Fijns.
“De Duitsers hadden een V-1 bom gemaakt. Dat was een vliegende bom met raketmotor. Zeer explosief. Op een gegeven moment hoorden we zo’n V-1 overkomen, maakte een draai en belandde op de boerderij Hoeve de Linde. Niemand van de familie Kremer heeft het overleefd. We zijn na de inslag gaan kijken of we nog iets konden doen. Wat ik toen zag, zal ik nooit vergeten. De koeien stonden in de stal kaarsrecht maar volledig verbrand. Dan kun je je voorstellen welke impact die bom heeft gehad. Ze hadden niet eens de tijd om in paniek te raken. Een verschrikkelijk beeld…”
“Oh ja,…”, gaat Frijns verder. “Het Clarissenklooster werd per ongeluk geraakt door een Amerikaanse bom en stond in lichterlaaie. De Clarissenzusters mochten met niemand praten waardoor ze allemaal in het klooster bleven, ondanks dat er een grote brand was. Uiteindelijk zijn ze allemaal het klooster uitgejaagd door SS-ers die in de buurt lagen.”
“De Amerikanen konden hun bommen niet meenemen waardoor ze na de bevrijding door de Amerikanen zelf zijn gedropt. Gedropt om eigenlijk geen schade aan te richten of slachtoffers te maken. Maar dat lukte niet altijd…
Uiteindelijk zijn er in Vaals gedurende de bevrijding en de bombardementen op Aken zo’n 80 bommen gevallen. Dan kun je je voorstellen dat we in angst geleefd hebben.”
“In de periode voor de oorlog zijn veel joden uit Duitsland weggegaan. Ook naar Vaals… Vaals had voor het uitbreken van de oorlog 38 joodse mensen in haar gemeente wonen. Ze dachten hier veilig te zijn. Helaas zijn ook deze mensen gedeporteerd. Slechts 4 hebben het overleefd en zijn teruggekeerd naar Vaals.
Eén van hen is een kledingzaak begonnen na de oorlog. In zijn zaak kwamen uiteraard ook Duitsers. Daar kon hij uiteindelijk niet meer mee omgaan. Hij heeft zijn zaak verkocht en is naar Canada vertrokken. Ik heb nooit meer iets van hem gehoord…”, besluit de heer Frijns met dit aangrijpend verhaal.
Een verhaal dat hem heeft getekend en nog steeds doet als hij de herinneringen vertelt…
0900 777 4 777