×

Sevagram

de heer Albering geboren 21 mei 1929 en mevrouw Albering

We zaten in de kerk toen een vrouw de mis kwam verstoren en riep ‘de Amerikanen zijn er...

Mevrouw Albering neemt als eerste het woord. Zij is van Gulpen en haar man woonde destijds als jongeman op Spekholzerheide. Beiden hebben ze de oorlog anders beleefd…

“Als toevoeging op mijn eerder verhaal, weet ik ook nog goed dat we stikten van de angst voor de zelfvliegende bommen van de Duitsers, de zogenaamde V-1 bommen. Die hoorde je aankomen en op het moment dat het geluid stopte, wist je dat die bom ergens ging inslaan. 

Ik hoorde dat zo’n bom in de buurt van Vaals op een boeren hoeve terecht is gekomen en dat er zeven doden zijn gevallen. Verschrikkelijk…”, vertelt ze bedrukt.

“En het kaalscheren van de vrouwen na de bevrijding… Bij ons in het dorp woonde een hoedenmaakster, die tijdens de oorlog bevriend was geraakt met een Duitser. Tja,… die werd na de bevrijding kaalgeschoren en vol schaamte op een kar door het dorp gereden om te laten zien dat je niks moest beginnen met de vijand.”

“Bij ons thuis respecteerden we iedereen als mens, of je nu Duitser was of Amerikaan. Toen Aken werd gebombardeerd en de hele stad in lichterlaaie stond zijn heel veel inwoners uit de stad gevlucht. Op een gegeven moment ontdekte mijn vader twee Duitse jongens van een jaar of 12 in de stal van onze boerderij. Die zijn gewoon bij ons thuis opgevangen. Dat vond ik ook wel heel bijzonder en mooi…”, zegt mevrouw Albering kijkend naar haar man.

“Ik ben opgegroeid op de Spekholzerheide. Van oorsprong waren wij van Duitse komaf. Ik kan je vertellen dat je dan dubbel genaaid bent… Je bent voor de Nederlanders toch een Duitser, een vijand en voor de Duitsers ben je een overloper. Je hoort nergens bij…”, vertelt meneer Albering nog steeds een beetje bozig.

“De bevrijding… Ik weet het nog goed. We zaten in de kerk toen een vrouw de mis kwam verstoren en riep ‘de Amerikanen zijn er’. Die mis heeft niet lang meer geduurd… Omdat het gebied rondom Kerkrade was benoemd tot ‘spergebied’ moest iedereen het gebied verlaten. Een grootse evacuatie waarbij wij zijn opgevangen door een horlogemaker in Simpelveld. 

Maar vanwege onze Duitse herkomst moest mijn vader zich iedere dag melden op het gemeentehuis. Na zes weken konden we weer terug naar huis en was het weer veilig én bevrijd in en rondom Kerkrade.”

“Duitser zijn had ook z’n voordeel”, vervolgt de heer Albering. “Alle Nederlanders moesten tijdens de bezetting hun radio inleveren, behalve wij. Wij mochten de radio houden. Dat was wel bijzonder.”  

“Honger hebben we in de oorlog niet gehad. Vader was timmerman en hij maakte alles waar vraag naar was in ruil voor eten. Ook werd er veel gesmokkeld. Met name met de Belgen... Het was een angstige tijd, zowel tijdens de bezetting als tijdens de bevrijding”, vertelt de heer Albering tot slot.

0900 777 4 777

+